Raoul Heertje inspireert jongeren met Vrijheidscollege: ‘Verdiep je in elkaar’

“Ik vind het zo leuk om hier te zijn, wat een fijne vibe heerst er hier.” Raoul Heertje werpt een blik op alle bedrijvigheid in de aula van de Willem de Rijkelaan in Eindhoven. Hij heeft er duidelijk zin in.
Op deze zonnige maandagochtend spreekt Heertje, die regelmatig aanschuift aan talkshowtafels en bekend is van het tv-programma ‘Dit was het nieuws’ met zo’n 120 studenten van verschillende opleidingen van Summa over de Four Freedoms. Bijna 80 jaar geleden lanceerde oud-president van Amerika Franklin D. Roosevelt deze vier vrijheden tijdens zijn state-of-the-union in 1941.
De vier vrijheden zijn:
– Vrijheid van meningsuiting
– Vrijheid van religie
– Vrijheid van gebrek
– Vrijheid van vrees
Jongeren denken na over de waarde van vrijheid
Raoul Heertje prikkelt meteen: “Wanneer ik een heel dikke man een enorm toetje zie eten kan ik hem daarop aanspreken en zeggen dat hij dat beter kan laten. Dat het verstandiger is om een rondje te gaan lopen. Ik kan hem ook nog uitleggen dat de belastingbetaler opdraait voor de ziektekosten.” Raoul heeft de lachers op zijn hand, maar maakt wel degelijk duidelijk wat hij bedoelt. “Je mag alles zeggen, maar dat hoeft niet.”
Nog een: “Na afloop van een van mijn theatervoorstellingen sprak een dame me aan. Ze had moeite met het feit dat ik in mijn voorstelling sprak over autisme. In mijn beleving had ik daar niets raars over gezegd en toch zat het haar dwars, omdat haar zoon autistisch was. Omdat ze dit feit met me deelde ontstond er wederzijds begrip. Ik zou jullie dan ook uit willen nodigen om wanneer je van mening verschilt altijd een poging te wagen met elkaar van gedachten te wisselen.”
Hoe ga je om met extreme uitingen?
Vanuit de zaal kreeg Heertje ook de nodige vragen op zich afgevuurd: “Soms zit ik met mijn vrienden in de kroeg en dan heb ik geen zin om telkens weer die discussie aan te gaan als er bijvoorbeeld racistische uitspraken worden gedaan. Hoe sta jij hierin?” Deze opmerking neemt Raoul even in overweging voor hij antwoord geeft. “Ik zou er toch iets van blijven zeggen. Luister goed en probeer de ander niet te onderbreken met je eigen verhaal. Zo krijgt diegene de kans om zijn perspectief te schetsen. Vervolgens geef je jouw versie en misschien zijn er overeenkomsten of ontstaat er iets van bereidheid bij diegene om naar jou te luisteren.”
Veel herkenning roept ook de situatie op van het familiefeestje waar een tante zich discriminerend uitlaat. Raouls’ advies: “Blijf het proberen en als het echt niet helpt dan misschien de feestjes of de desbetreffende tante mijden.”
Is er hoop als je kijkt naar het huidige wereldtoneel?
“Ik ben Joods maar niet religieus”, legt Heertje uit. “Zo’n drie jaar heb ik in Israël gewoond en daar is mijn beeld ten aanzien van de Palestijnse kwestie langzaam veranderd.” Raoul raakt geëmotioneerd als het gaat om wat zich momenteel afspeelt in Gaza. “Sommige mensen zeggen dat ik het woord ‘genocide’ niet mag gebruiken. Maar wat dan wel. In Nederland zijn we er goed in om een discussie te laten verzanden door het niet over de inhoud te hebben maar over de woordkeuze. Ik wil het niet te veel over Israël hebben, alhoewel dat wel hetgeen is wat me het meeste bezighoudt.”
Raoul geeft een treffend dilemma: “Twee vaders, een Israëliër en de ander Palestijn hebben allebei hun dochter verloren. De een door een sluipschutter, de ander door een aanslag. Allebei zetten zij zich in voor het beëindigen van de oorlog en het starten van een dialoog. Daar put ik troost uit, dat biedt hoop. Wanneer die mensen daar dat kunnen, wat heb ik dan nog te klagen en te zeuren?”
Politieke tegenstanders
“Stel, hypothetisch, ik heb een vriend die op de PVV stemt, dan ga ik het gesprek aan om uit te leggen waarom ik vind dat dat een slecht plan is. En wel omdat die partij mensen uitsluit en kwetst en vrouwen met een hoofddoek schoffeert.” Er wordt luid geapplaudisseerd door de aanwezigen studenten.
Raoul besluit zijn college: “Regelmatig word ik als gast gevraagd bij talkshows. Vanavond (12 mei, red.) zit ik bij Bar Laat met de staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport. Dat is niet omdat ik inhoudelijk zo goed op de hoogte ben, maar ik bluf me er altijd wel uit. Ik ben een mannetje dat zijn mening niet onder stoelen of banken steekt. Laat jezelf niets wijs maken dat je, als je jong bent, weinig weet. Hoe ouder ik word hoe meer ik me bewust ben van wat ik niet weet. Dat maakt dat ik altijd het andere verhaal wil horen. De krant lezen of het journaal kijken helpt niet de ander beter te begrijpen. Ga naar de kroeg, naar het theater of naar een festival. Ontmoet mensen, praat met elkaar en verdiep je in elkaar. Dat is mijn advies.”